Jaarverslag 2024 van de ‘Neptunea’-groep

Na precies 47 jaar zal de dochterafdeling van Kon.BVC – oorspronkelijk gekend als BVC-Brugge, BVC-West Vlaanderen, later als BVC-Kust en tenslotte als de werkgroep ‘Neptunea’ – om diverse redenen tijdelijk kiezen voor nieuwe opties.

De protagonisten, Steve Hubrecht en Frank Nolf, hebben een leeftijd bereikt waarop ze hun verzameling niet verder meer wensen uit te breiden maar daarentegen alles in het werk willen stellen om dit beschikbaar te stellen voor de latere erfgenamen. Dit betekent voor hen een race tegen de klok om de databank volledig te updaten en te controleren op fouten, synoniemen en andere tekortkomingen. Ze kunnen geen vrije tijd meer besteden aan het organiseren van vergaderingen binnen de werkgroep ‘Neptunea’ van de Kon.BVC. Het is een beetje afscheid nemen van hun voluntariaatswerk en de aanwezigheid als ‘entertainer’ op bijeenkomsten.

De ‘Neptunea’-werkgroep is geen liefdadigheidsinstelling, noch een instituut dat zich wil verrijken via schelpenverkoop, maar wel een organisatie die getuigt van een onderschat idealisme, bewijs daarvan de drukke agenda die maandelijks wordt afgewerkt op de maandelijkse zondagvoormiddagen en het oneindig aantal uren dat besteed wordt om een tijdschrift en een website af te leveren van uitstekende kwaliteit en dit zonder enige financiële tegemoetkoming.

De onderafdeling ‘BVC-Kust’ van de Kon.BVC blijft bestaan, net zoals de roepnaam ‘Neptunea’ voor de werkgroep, het tijdschrift ‘Neptunea’ en de website <neptunea.org>, maar de maandelijkse bijeenkomsten worden vervangen door echte studievergaderingen op onregelmatige basis waarbij alleen nog personen uitgenodigd worden die bij een bepaald onderwerp betrokken zijn. We kiezen voor een verlaging van het lidgeld (€ 10 in plaats van € 20), wat amper voldoende is om de kosten van het jaarlijks abonnement voor de website en de domeinnaam te compenseren.

Het belangrijkste doel wordt de voorbereiding van artikels die achteraf zullen verschijnen in het tijdschrift ‘Neptunea’. Zodra een bepaalde studie is afgerond en een PowerPoint is aangemaakt zal iedereen via de website uitgenodigd worden om de voorstelling bij te wonen. Er worden vier vergaderingen per jaar vastgelegd. We doen een oproep aan de huidige leden om nieuwe verzamelaars aan te trekken of sprekers uit te nodigen die een korte causerie of interessante informatie wensen te bezorgen.

Op de bijeenkomsten zal men ook kunnen ruilen of schelpen determineren door gebruik te maken van de bibliotheek.

In Oostende werden de mogelijkheden gecreëerd die in geen enkele schelpenvereniging beschikbaar zijn en het waarschijnlijk nooit meer zullen worden in de toekomst. In de onderafdeling BVC-Kust hebben de leden de kans gekregen om te genieten van de diverse facetten van het verzamelen van schelpen, gaande van het zoeken naar weekdieren, het kuisen, determineren en organiseren van een collectie via een databank. Op onze vergaderingen konden honderden boeken en artikels in tijdschriften gratis ingekeken worden.

Tijdens onze studies hebben de leden geleerd dat ze kritisch moeten omgaan niet alleen met de kwaliteit van schelpen, identificaties en gegevens op vindplaatsetiketten die door handelaars worden aangeboden, maar ook met literatuur en vooral met de beschrijving van vaak zogenaamde nieuwe soorten.

Er is echter nog licht aan het einde van de tunnel. De protagonisten Steve Hubrecht en Frank Nolf blijven zich volledig inzetten achter de schermen, zonder financiële steun, noch van de moedervereniging, noch van enige andere instantie.

De genomen beslissing is een voorlopige maatregel. Zodra F. Nolf de noodzakelijke aanpassingen aan zijn collectie en zijn databanken heeft afgewerkt – wellicht eind 2025 – kan hij opnieuw meer tijd stoppen in de voorbereiding van de vergaderingen en kan de klassieke werking hernomen worden, op voorwaarde dat iedereen als een team reageert. Ondertussen kunnen de leden zich eens bezinnen over de weg die we in de toekomst wensen in te slaan en kunnen ze tijdelijk hun gram halen bij de moedervereniging in Antwerpen die onze taak ongetwijfeld graag zal overnemen.

Frank Nolf

 

Overzicht van de activiteiten in 2024

28 januari:

  • een overzicht van alle Agaronia-soorten in West-Afrika en de voorstelling van een nieuwe soort (F. Nolf);
  • de aanwezigheid van Pseudofusus bocagei marcelpini (Hadorn & Rayll, 1999) in Angola en de status van Amiantofusus amiantus (Dall, 1889) en Fusus grimaldii Dautzenberg & H. Fischer, 1896 in de Oostelijke Atlantische Oceaan (F. Nolf);
  • het genus Naytia in West-Afrika: de zoveelste boeiende uitdaging (F. Nolf);
  • meer nieuws over het genus Glabella in West-Afrika (Steve Hubrecht);
  • voorlezen van het jaarverslag (werkjaar 2023) door F. Nolf;
  • nieuwsjaarsreceptie (Mevr. Nolf).

 

18 februari:

Alternatieve bijeenkomst waarbij de leden in twee groepen worden verdeeld:

  • een eerste groep met Johan, Steve en Frank rondt de studie af i.v.m. de Agaronia’s en de Naytia/Bullia-groep in West-Afrika;
  • de tweede groep bevat alle andere leden en gaat over tot het indelen (familie, genus) en determineren (soorten) van een pakket schelpen van Jeffreys Bay (Zuid-Afrika). De nodige literatuur, referentiecollectie en microscopen zijn aanwezig;
  • na de pauze worden de resultaten van de werkgroepen aan elkaar voorgesteld.

 

maart: geen vergadering wegens ziekte van F. Nolf.

 

21 april:

  • er wordt verder gewerkt op het triëren van de Jeffreys Bay-schelpen en hun identificatie, dit keer door alle leden;
  • het mysterie van de Bullia crosseana Tapparone-Canefri, 1882 is opgehelderd en er wordt een nieuwe Bullia-soort voorgesteld (Steve Hubrecht en F. Nolf);
  • er worden nieuwe nummers van het tijdschrift ‘Neptunea’ aangeboden;

 

21 mei:

  • definitieve naamgeving van de Jeffreys Bay-loten door vergelijking met exemplaren in de collectie F. Nolf;
  • impressies over de Shell Show van Kon.BVC in Edegem;
  • een overzicht van de West-Afrikaanse Agaronia-soorten: PPT door F. Nolf;
  • uit de oude doos: de zoektocht naar Tellimya ferruginosa in Wimereux, voorgesteld met digitale beelden (F. Nolf);
  • bespreking van nieuwe verschenen boeken.

 

16 juni:

  • een kritische kijk op de West-Afrikaanse Cardiidae (de genera Fulvia, Europicardium en Laevicardium) (Johan Verstraeten;
  • digitale beelden van een bezoek aan de vismarkt in Caleta de Valez (Spanje) (met dank aan Luc Segers);
  • filmfragmenten van schelpentochten naar Bretagne (F. Nolf);
  • voorstelling van enkele soorten van het geslacht Murexs. (coll. F. Nolf);
  • voorstelling van de Europese en West-Afrikaanse Patellidae (coll. F. Nolf);
  • voorstelling van alle soorten binnen het geslacht Phorcus (Trochidae) (coll. F. Nolf).

 

12 september:

  • enkele Glabella-soorten van West-Afrika (o.a. Glabella denticulata Link, 1807 en Glabella casamanensisCossignani, 2023) (Steve Hubrecht);
  • Marginella cleryi Petit de la Saussaye, 1836 vergeleken met zgn. ‘nieuwe Cossignani-soorten’ (S. Hubrecht & F. Nolf);
  • een kritische blik op een nieuwe Laevicardium-soort in West-Europa, nl. Laevicardium johnjeffreysi ter Poorten, 2024;
  • het geslacht Laevicardium in West-Afrika (F. Nolf);
  • Yoldia limatula Say, 1831 (West Atlantische Oceaan en Noordelijke Ijszee!) tussen de garnalen aan de Vistrap in Oostende (F. Nolf);
  • Mammilla indica Bozzetti, 2022 of Mammilla mammata Röding, 1798 in India?
  • Korrigania vianelloi Cossignani, 2023 vergeleken met Korrigania amati (Duclos, 1835);
  • Olivella stranoi Cossignani, 2023 vgl. met Olivella pulchella Duclos, 1835;
  • de geheimzinnige aanwezigheid van Notocochlis van Benin (coll. F. Nolf) en twee ex. van KwaZulu-Natal (coll. F. Nolf): betreft het hier Notocochlis gualteriana (Récluz, 1844) of Notocochlis burnupi (E.A. Smith, 1903)?

 

15 oktober:

  • voorstelling van een verzameling Murexs. en Haustellum sp. door middel van digitale foto’s door J.-P. Van Bellinghen;
  • de controverse rond Acesta marissinica Yamashita & Habe, 1969 en kronenbergi Thach, 1915 wordt opnieuw geopend na een opmerking door Dr. Thach in Malacologia, n°124;
  • bespreking van het kokkelboek ‘A Taxonomic Iconography of Living Cardiidae’ van Jan Johan ter Poorten.

 

17 november:

  • rondvraag i.v.m. de activiteiten van de vereniging vanaf januari 2025 die moet resulteren in het jaarverslag 2024 dat zal voorgelezen worden op 15 december;
  • verslag van de beurs in Londen (Johan Verstraeten);
  • een PPT i.v.m Hirtomurex squamosus (Bivona e Bernardi, 1838) naar aanleiding van een vraag gesteld door Bernard Garrigues (F. Nolf);
  • een PPT over Marginella cleryi (Steve Hubrecht en F. Nolf);
  • een inleiding tot de studie van Glabella nodata (Hinds, 1844) via digitale beelden (S. Hubrecht en F. Nolf);
  • een PPT met betrekking tot de controverse over de vermeende synonymie van Acesta kronenbergiThach, 2015 (S. Hubrecht en F. Nolf);
  • meer nieuws over Yoldia limatula Say, 1831 dankzij twee exemplaren uit Nederland, het probleem om het holotype ‘Acesta sanctaehelenae’ te kunnen bestuderen, … (F. Nolf).

 

15 december:

  • de eventuele aanwezigheid van Notocochlis gualteriana (Récluz, 1844) in Benin/Togo: een vergelijking met meerdere exemplaren van de Indo-Pacific, meer in het bijzonder van KwaZulu-Natal (Steve Hubrecht en F. Nolf);
  • de variabiliteit van Europese en West-Afrikaanse soorten van het genus Laevicardium: nieuwe inzichten, gevolgd door een PPT met meer dan 80 dia’s (F. Nolf);
  • voorlezen van het financieel verslag en het jaarverslag, gevolgd door de lijst met de activiteiten in 2024 (F. Nolf);
  • afsluitend: schuimwijn met hapjes (Mevr. Nolf).